10.3. Los, aaneen of streepje

De algemene regels in de referentiewerken van de Nederlandse taal voor het aaneenschrijven en het gebruik van het koppelteken of de spatie tussen woorden die bij elkaar horen, gelden ook voor de teksten van de Europese Unie.

Er bestaat vaak verwarring over de regels voor het aaneenschrijven en het gebruik van het koppelteken of de spatie tussen woorden die bij elkaar horen. Vooral bij samenstellingen is de twijfel groot. Raadpleeg voor de algemene regels hoofdstuk 6 van de Woordenlijst Nederlandse Taal en hoofdstuk 8 van de Technische Handleiding bij de Woordenlijst 2016. Ook de Schrijfwijzer van J. Renkema geeft in hoofdstuk 8.3 een goede toelichting met vele voorbeelden. Zie hoofdstuk 11 voor meer informatie over deze en andere naslagwerken.

Hieronder volgen enkele vuistregels die voor enig houvast kunnen zorgen.

Wanneer de woordenboeken en de regels geen uitsluitsel geven over het al dan niet aaneenschrijven van samenstellingen, houden we het criterium van de duidelijkheid aan: als we vermoeden dat een aaneengeschreven samenstelling voor de lezer moeilijkheden oplevert, gebruiken we het koppelteken.