10.6 Dubbele meervoudsvormen
Bij zelfstandige naamwoorden met een meervoudsvorm op -n en op -s geven we de voorkeur aan de eerste vorm.
Dit deel verzamelt taalkwesties die specifiek voor het Nederlands gelden.
Bij zelfstandige naamwoorden met een meervoudsvorm op –n en op –s, geven we de voorkeur aan de eerste vorm.
analysen (analyses)
behoeften (behoeftes)
boeten (boetes)
fasen (fases)
methoden (methodes)
perioden (periodes)
synthesen (syntheses)
typen (types)
ziekten (ziektes)