5.9.4. Bibliografische verwijzingen

Verwijzing naar een volledig werk

De elementen worden in een vaste volgorde weergegeven, gescheiden door komma’s:

1. auteur of redacteur (de rol van redacteur wordt aangeduid door de afkorting “(red.)” tussen haakjes:
   • institutionele auteur en/of
   • achternaam en voorletter(s) of voornaam van de auteur;
2. titel van het werk (cursief) en eventueel nummer van de uitgave;
3. uitgever, plaats van uitgave (optioneel), jaar van uitgave enz.
4. permanente identificatiecode in de vorm van een “uniform resource identifier” (URI) (indien beschikbaar), bijvoorbeeld een DOI:

Verwijzing naar een deel van een werk (bijdrage of hoofdstuk)

De elementen worden in een vaste volgorde weergegeven, gescheiden door komma’s:

1. auteur:
   • institutionele auteur en/of
   • achternaam en voorletter(s) of voornaam van de auteur;
2. titel van de bijdrage of het hoofdstuk (tussen aanhalingstekens);
3. redacteur(s) van het werk, voorafgegaan door “in:” en gevolgd door “(red.)”;
4. titel van het werk (cursief) en eventueel nummer van de uitgave;
5. uitgever, plaats van uitgave (optioneel), jaar van uitgave, relevante bladzijde(n) enz.
6. permanente identificatiecode in de vorm van een URI (indien beschikbaar), bijvoorbeeld een DOI:

Verwijzing naar een seriepublicatie of naar een deel daarvan

De elementen worden in een vaste volgorde weergegeven, gescheiden door komma’s:

1. auteur (indien beschikbaar):
   • institutionele auteur en/of
   • achternaam en voorletter(s) of voornaam van de auteur;
2. indien van toepassing, titel van het artikel of de gehele uitgave (tussen aanhalingstekens);
3. titel van de seriepublicatie (cursief);
4. nummer of datum;
5. uitgever (optioneel), plaats van uitgave (optioneel), jaar van uitgave, relevante bladzijden enz.
6. permanente identificatiecode in de vorm van een URI (indien beschikbaar), bijvoorbeeld een DOI:

Verwijzing naar grijze literatuur (werkdocumenten, verslagen, notulen van vergaderingen enz.)

De elementen worden in een vaste volgorde weergegeven, gescheiden door komma’s:

1. auteur:
   • institutionele auteur en
   • achternaam en voorletter(s) of voornaam van de auteur (indien van toepassing);
2. titel van het document (tussen aanhalingstekens);
3. documentnummer/indexnummer;
4. datum van het document;
5. URI/URL-adres (indien beschikbaar):

Verwijzing naar een dataset

De elementen worden in een vaste volgorde weergegeven, gescheiden door komma’s:

1. • institutionele auteur en/of
   • achternaam en voorletter(s) of voornaam van de auteur;
2. titel van de dataset (tussen aanhalingstekens);
3. indien van toepassing, versienummer/nummer van de uitgave;
4. uitgever (indien verschillend van de auteur);
5. datum van publicatie:
   • datum van aanmaak of
   • indien van toepassing, datum van de laatste bijwerking en, tussen haakjes, datum van aanmaak;
6. datum van aanhaling (met vermelding van de datum waarop de bron is geraadpleegd);
7. permanente identificatiecode in de vorm van een URI, bijvoorbeeld een DOI of een andere persistente en herleidbare identificatiecode die door de data-aanbieder wordt beheerd:

Verwijzing naar een internetpagina

De elementen worden in een vaste volgorde weergegeven, gescheiden door komma’s:

1. auteur:
   • institutionele auteur en/of
   • achternaam en voorletter(s) of voornaam van de auteur;
2. titel van de internetpagina (tussen aanhalingstekens);
3. titel van de website;
4. publicatiedatum (indien beschikbaar):
   • datum van aanmaak of
   • indien van toepassing, datum van de laatste bijwerking en, tussen haakjes, datum van aanmaak;
5. datum van aanhaling (met vermelding van de datum waarop de bron is geraadpleegd);
6. URI/URL-adres:

Verwijzing naar een post op sociale media

De elementen worden in een vaste volgorde weergegeven, gescheiden door komma’s:

1. auteur:
   • institutionele auteur of
   • achternaam en voorletter(s) of voornaam van de auteur;
2. socialemedia-identiteit van de auteur, voorafgegaan door de naam van de sociale media en een dubbele punt (tussen haakjes);
3. titel of (samenvatting van de) inhoud van de post (tussen aanhalingstekens);
4. in geval van een “repost”, naam en socialemedia-identiteit van de oorspronkelijke auteur;
5. publicatiedatum;
6. datum van aanhaling (met vermelding van de datum waarop de bron is geraadpleegd);
7. URI/URL-adres:

Verwijzingen in de tekst

Bij verwijzingen in de tekst worden de achternaam van de auteur/de naam van de institutionele auteur en het jaar van publicatie gebruikt, bijvoorbeeld “(Barrett, 1991)”.

Als in de tekst wordt verwezen naar twee of meer publicaties van dezelfde auteur uit hetzelfde jaar, wordt het jaar van publicatie gevolgd door een kleine letter “a”, “b”, “c” enz., zonder spatie, bijvoorbeeld “(Barrett, 1991a)”.

In dit geval staat het jaar bij de vermeldingen in de bibliografie op de tweede plaats, tussen haakjes, en niet op de laatste of voorlaatste plaats:

Algemeen

Bij verwijzingen naar werken met meerdere auteurs worden alle auteurs van het werk vermeld wanneer het totale aantal auteurs (inclusief de institutionele auteur) vijf of minder bedraagt. Wanneer er meer dan vijf auteurs zijn, worden alleen de eerste vijf auteurs vermeld gevolgd door “et al.”:

Gemakshalve worden de gebruikelijke afkortingen gehanteerd: blz., e.v. enz. (zie bijlage A3). De toelichtingen (zoals uitgave, plaats van uitgave enz.) staan altijd in het Nederlands.